Beker
In mei wist ik op een of andere manier de bekerfinale te winnen. Nog wel tegen de schier onklopbare Raymond. Dat gaf nog wat extra cachet aan de zaak. In de halve finale versloeg ik de ook niet misselijke club icoon Joost Pöpping. Ik was in de veronderstelling dat het de eerste of tweede beker was die ik had gewonnen. Maar niets bleek minder waar te zijn, in mijn keukentje stonden maar liefst 4 bekers te pronken. Eentje bleek van een straat bowling toernooi te zijn en een andere van een Tour de France poule. Die kunnen we dus niet serieus nemen. Blijven over Kampioen van de Gemeente Oude IJsselstreek (groep1 !!) en de andere van een ladder competitie uit 2018. Dat is geen kattepis hoor ik u mompelen, en inderdaad het is geen kattepis. Wat het dan wel is, laat ik aan u over.
Zoals u weet ben je hoogmoedig van nature en bescheiden uit noodzaak, bescheidenheid is dan ook mijn tweede naam. Maar met nu dus 3 schaakbekers en 2 prullaria bekers, moet ik toch gaan omzien naar een kastje. Misschien wel met wat extra ruimte, want je weet niet wat er allemaal nog in het vat zit.
U vraagt zich misschien af hoe ik dit voor elkaar heb gebokst, wel nu dat ga ik hier eens haarfijn uit de doeken doen. Ik heb niks te verbergen. In de eerste ronde trof ik….? Geen idee, ik kan het via de site ook niet achterhalen. Ook in de notatieboekjes vind ik niks terug. Enfin, ik schijn gewonnen te hebben. De tweede ronde is net zo’n groot raadsel en de kwartfinale? Volgens mij kwam mijn tegenstander toen niet opdagen, ik zelf ook niet trouwens, maar goede connecties doen wonderen. De halve finale dan maar,tegen Joost. Ik wist dat ik de partij moest rekken tot na 22.00 uur, daarna komt meestal een blunder van Joost. Het werd een heel gevecht, ik had “iets” voorbereid tegen de c6-d5 opstelling van Joost, een heus pion offer. Maar het pakte, zoals gewoonlijk, weer niet goed uit.
Joost hield de pion en de koningsaanval van mij kwam niet van de grond. Het wachten was dus op een blunder van Joost. Die kwam inderdaad, ik kon een toren tegen een loper winnen en na een wilde fase gaf hij op de 33e zet nog een toren weg. Mooi, de finale was bereikt. Dat Raymond de tegenstander was in die finale,was uiteraard geen verrassing. Hij wint bijna altijd de beker, en de competitie en het snelschaken…. Ik moest dus iets verzinnen. In de competitie had ik vreselijk klop gehad, met zwart echt compleet van het bord gekegeld. Gelukkig had ik nu wit, dit maal geen e4 maar d4. Wat er ook gebeurde, ik moest en zou in de aanval gaan. Het kwam allemaal zo’n beetje uit en ik besloot een kwaliteit te offeren om de aanval te laten slagen. Helaas, voor mij dan, had ik zijn Ta6 verkeerd ingeschat en zag de mat aanval gestopt worden. Ik had meer tijd en probeerde hem tot een fout te verleiden, op de 29e zet speelde Raymond Db6 waarna ik met Le4 kon antwoorden. Mijn toren ging na h1 en er dreigde het een en ander. Raymond wikkelde af, maar de over gebleven stelling bleek verloren voor zwart. Epiloog.
Als je flink je best doet en veel geluk hebt, win je misschien ooit wel eens iets. Dus niet wanhopen, maar erin blijven geloven.
Amen.