Henk Oosterink
Henk Oosterink
Fred Pronk
Deze merkwaardige stelling kwam dinsdagavond op het bord.
In onderstaande partij zit een hoop denkwerk in.
Fred Pronk
Onze veurzitter het weer is zitten bruujen op un plan um ni’je lejen bi’j de klup te kriegen. Niks is um te gek want hi’j het now bedach dat asse wi’j op de vri’jdagaovond gaon spöllen datter meer blagen zollen kommen umdat ze dan langer op meugen blieven. Zo zalt hek ut nog nooit gevrèten. Woar helt hi’j ut vandan.
Ik denk dak wel wet waorum atte now van dee fratsen krig. Hi’j wil gin veurzitter meer zun hette bi’j de letste vegadering gezeg en now haopt e derop datte deur de lejen gewipt wödt met zukke onzalige ideeen. Ik denk datte geliek krig.
Wíj hadden der aoverigens een ni’j lid bi’j können hemmen maor deur de schuld van de sikkeretaris (den ni’jen) is dat niet deurgegaon.
Ut is un lang verhaal maor ik wil ut toch maor efkes kwiet.
Kots zei de pastoor van Teborg tegen mi’j datte met pesjoen gong en dat ut um wel wat lek um un hobbie te hemmen en schaken dat ston um wel an. Ik zei um toen dat dat goed uutkwam umdat der ok al un domeneer bi’j de klup was en dat den Tinus heiten.
Waorum dat ut der noojt van gekommen is wier mien pas dudelek toen ik Jan Groot Zevert tegenkwam en den mien volgend vehaaltjen vetellen;
Zo’n viefendattig jaor gelei’jen, Tinus was pas domineer gewodden, wier e deur de pastoor uutgeneudigd um bi’j um te kommen èten.
Now, dat leet hi’j zich gin tweemaol zeggen want hi’j wis wel datte daor niks tekort zol kommen. Op den zaoterdagaovend ston e in zien zundagse pak bi’j de pastoor veur de deur.
Toen den lösgong wisse niet watte zag. Zonne mooje pastoorsmeid hatte nog nooit gezien. Hi’j mos ter effen van sloeken.
Affijn, der wier gegèten en gedronken en ut was alderbastend gezellig. Toen Tinus tegen de pastoor zei datte ut snachts wel lekker warm zol hemmen met zon huusholdster wier den toch un pötje giftig dat Tinus der maor gauw aoverhen proaten.
Den vollegende margen, Tinus hat de slaop nog maor net uut bellen de pastoor um op. Kwaod at dat kealtjen was. Wat maak i’j mien now Tinus. He’j ut niet naor de zin gehad. Ik wet dat de prottestanten un bietje armelukker bunt as de kattelieken at ut um gold en zilver geet maor dan begriep ik nog niet da’j onzen zilveren pollèpel hebt gejat. Dat kwam mien de meid net vetellen.
Tinus begon un bietjen te gräölen en zei toen;
Maor meneer pastoor, a’j in ow eigen bed had geslaopen was ie um wel tegengekommen. Ik hem um ow daor onder ut kopkussen gestopt.
Ut wier effekes stil an den aoverkant, de pastoor nösteren nog wat en lei toen de tillefoon op den haok.Dat is denk ik de rejen datte now elleke wèèk geet dammen.
Zo zie’j maor weer.Ik mag mien vegissen maor vollegens mien bu’w van de reagen in den drup gekommen. Hoe is ut te veklaoren dat den ni’jen kompetitieleijer in ene keer in de top metdrei’jt. Hi’j kon tut dan nauweluks onderin metkommen. Ik denk ter ut miene van.
Daoraover vollegende keer meer.Bennad van den Stikken Drei’j.
Henk Oosterink
Door Tinus Gaastra.
Op maandagavond 7 november waren wij te gast bij Doesborgh 2 in de Bonte Os, een voormalig café dat elke maandagavond omgetoverd wordt tot een schaakarena. Met goede moed waren wij als team afgereisd met nog vers in ons achterhoofd de heroïsche prestatie tegen ons vlaggenschip in oktober; voor diegenen die dit al weer vergeten zijn: een 3 – 3 gelijkspel!
Of wij hierdoor nog te veel met het hoofd in de wolken verkeerden, dan wel dat de maandagavond te dicht bij het weekeinde ligt, de onontkoombare waarheid is, dat we geen kans gehad hebben. De welkomstwoorden die Jan Ravensteijn als wedstrijdleider sprak kregen hiermee een enigszins profetisch karakter. Hij verwarde ons eerst met Ons Genoegen 2. Toen hij te horen kreeg dat wij Kameleon 2 waren, sprak hij de historische woorden: of het vanavond inderdaad tot ons genoegen is, zal aan het einde van de avond wel blijken. Dat zijn antwoord uiteindelijk (helaas voor ons) positief was, blijkt wel uit dit verslag.
Bram speelde aan bord 1 tegen Jan Ravesteijn met wit. Jan rokeerde kort, Bram lang met als gevolg een partij waar beide spelers probeerden de aanval te zoeken. Langzaam maar zeker kwam Bram echter onder druk te staan, om zich enigszins nog staande te kunnen houden raakte hij een paar pionnen achter. Het resultaat laat zich raden: de aanval was niet meer te pareren: tussenstand 1 – 0.
Aan bord 4 kruisten Tom Huijnk en Steffen Brouwer de degens. Voor zo ver ik dit van enige afstand heb kunnen zien, is de partij nooit echt uit evenwicht geweest: een logische remise dus : tussenstand 1,5-1,5. Aan bord 3 was het niet veel anders: Han speelde met wit tegen Joop Crooij. Hoewel Han een pionnetje voorsprong had en iets ruimer in de tijd zat, vertrouwde hij het toch niet helemaal. Zijn tegenstander begon volgens hem op de koningsvleugel op te rukken. Beide heren waren tevreden met remise: tussenstand 1-2 Fred Pronk en Frank van der Rijst maakten er aan bord 6 een spectaculaire wedstrijd van. Om het in voetbaltermen te zeggen: “het spel golfde op en neer”. Halverwege de partij had Frank een ruime materiële voorsprong, maar Fred wist zich aan de druk te ontworstelen en tegenkansen te creëren. Uiteindelijk waren er aan beide kanten nog een koning en 3 pionnen over. Moegestreden reikten ze elkaar de hand: remise. Tussenstand 2½ - 1½.
Herman speelde aan bord 5 met wit tegen Emile Okel. Toen ik na een tijdje een rondje langs de veleden maakte, keek Herman enigszins mismoedig. Hij was, dankzij een domme fout zei hij later, een paard kwijtgeraakt. Hoewel hij enigszins terugkwam, was een tweede inschattingsfout te veel van het goede met als gevolg een nederlaag. Tussenstand 3½ –1½
Aan bord 2 speelde uw verslaggever met zwart tegen Ben Lievers ; in het begin ging het me redelijk voor de wind met als gevolg voor mijn tegenstander een verbrokkelde pionnenstelling. Maar een tiental zetten later was dit voordeel verdampt als sneeuw voor de zon: doordat ik gedwongen moest slaan stonden de pionnen weer keurig in het gelid in een keten met als klap op de vuurpijl een toren op de zevende rij. Dankzij voorzichtig manoeuvreren kon ik de schade beperkt houden en zag de stelling er “evenwchtig” uit. Omdat de wedstrijd toch al beslist was, werd er tot remise besloten. Eindstand : 4 – 2. De volgende keer spelen we weer op dinsdagavond, wie weet helpt dit!
Recapitulerend:
Doesborgh 2 – Kameleon 2
Jan Ravensteijn – Bram Blasman 1 – 0
Ben Lievers – Tinus Gaastra ½- ½
Joop Crooij – Han Bruggink ½ - ½
Steffen Brouwer – Tom Huijink ½ - ½
Emile Okel – Herman Duijn 1 –0 Frank van der Rijst – Fred Pronk ½ - ½ Eindstand 4 - 2