Henk Oosterink
Henk Oosterink
Al 3 weken staat er als laatste bericht op onze site dat de Kameleon verhuist. Nou weten we het wel. Afgelopen week was ik in Berlijn en omstreken voor de broodnodige ontspanning. Als vaste item staat er altijd een bezoekje aan Dussman op het programma. Dussman heeft waarschijnlijk het grootste cd/dvd/ boeken assortiment van Berlijn. Bij de schaakboeken stond er ook nog een exemplaar van Willy Hendriks' Move first, think later. Toch een leuk succes voor een Achterhoeker. Maar ik kwam voor de dvd's en laat ik nu de verfilming van Die Schachnovelle vinden. Het boek is een van de beroemdste en beste boeken met schaken als thema of neventhema. Het boek gaat over een man die door de Gestapo wordt gevangen gehouden en om zijn verstand niet te verliezen, speelt hij schaakpartijen met zichzelf. Hij wordt uiteindelijk zo goed dat hij later als vrij man het zelfs tegen de wereldkampioen kan opnemen. Voor ons schakers is dat natuurlijk weer een beetje onzin, waarom moet het ook altijd weer de wereldkampioen zijn en niet een 'gewone' grootmeester. Maar dat gaat nu eenmaal zo in een boek of in de film. De hoofdrol is in de film voor de legendarische acteur Curd Jürgens, die maakt er nog wat van. Dat kan je van zijn tegenspeler Hans Jörg Felmy (later Tatort kommissaris) niet zeggen. Hij is te licht voor de rol. De film is niet erg spannend en de konfrontatie tussen de hoofdrolspelers levert weinig pakkende scenes op. Een gemiste kans helaas.
Maar ja, ik kon deze film niet laten liggen, want ik verzamel films waarin schaken een rol speelt. Waarom? Omdat ik dan dit soort verhalen op jullie los kan laten. Ben benieuwd wie er van de club dit nu nog leest, waarschijnlijk alleen onze nieuwe voorzitter?
In ons jubileumjaar – we bestaan het aanstaande seizoen 15 jaar - verhuist Schaakvereniging De Kameleon voor de tweede keer. Na de locatie waar de vereniging haar naam aan dankt en een relatief kort verblijf in De Rietborgh, heeft het bestuur besloten om het aanstaande seizoen in Hotel-Café-Restaurant De Roode Leeuw in Terborg te spelen.
We zijn tot dit besluit gekomen na geluiden van de leden en de aangekondigde wijzigingen bij De Rieborgh.
Voor de leden heeft de verhuizing wel gevolgen. We weten dat de consumptieprijzen van De Roode Leeuw aanzienlijk hoger zijn dan in De Rietborgh en dat zou betekenen dat een jaartje schaken meer gaat kosten. Er is nagedacht hoe de ‘pijn’ kan worden verzacht en de uitkomst is dat in de ledenvergadering op 28 augustus er een voorstel komt voor een contributieverlaging.
In de constructieve gesprekken met de manager van De Roode Leeuw heeft het bestuur het vertrouwen gekregen dat de samenwerking goed is. Het aanstaande seizoen wordt een seizoen waar we onze draai moeten vinden. Ongetwijfeld zullen er in het nieuwe seizoen kinderziektes zijn, die we in overleg met De Roode Leeuw zullen genezen.
Ik kijk uit naar een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van onze schaakvereniging waar we in een mooie sfeervolle locatie kunnen schaken.
Namens het bestuur,
Egon Gijsbers.
Fred Pronk
’t is weer veurbi’j. De kommende tiet hemmen
ze vakansie. Ik hep ut aover dat stelletje van de
kamelejon. I’j wet wel, den klup wat nooit echt
wat zal wodden.
Un paar wèèk geleijen liep de veurzitter nog
met ut heuf in de nek. Dat kwamp umdat ze
gongen prommeveren. Dat vehaaltjen kenne
wi’j ondertussen al wel want dat doen ze zwat
ellek jaor. Dat denken ze teminste die
vewaande pielenden.
Dat ut veur de zovölste keer niks wier dat hak
ow van teveuren al wel können vetellen.
Waorum dan? zie ik ow afvraogen. Now, das
heel gemakkeluk, dat kump deur ut bestuur.
Eigenluk hadde wi’j der un goeje haop op dat
ut bèter zol gaon toen den olde
kompetietsielijer der met uutschei’jen. Ut
tegendeel is echter waor. Wi’j bunt van de
regen in de drup gekommen. Laote wi’j eerluk
zun. Hoe kan ut bestaon dat den keal den now
de stand bi’j hölt in ene keer den helen tiet
baovenan met drei’jt want daorveur hatte nog
preblemen um onderan un bietje met te
kommen. Ut lig der dus duumendik baovenop.
Bi’j den olden ha’j teminste niet in de gaten
da’j gefles wier.
Bi’j de kommende lejenvegadering mo’j bi’j
zun, dan kö’j lachen. De veurzitter scheit ter
met uut. Den zut natuurluk de bu’j al hangen
want binnenkort hemmen ze gin dak meer
baoven de kop en dan he’j ut schaop goed an ‘t
drieten . Ze motten van de gemeente uut ut
kluphuus. Ik kan mien dat bes veurstellen want
zeg now eerluk: wie wil der zon pröttel in huus
hemmen?
I’j könt ut geleuven of niet maor ik begin mien
inens toch un bietjen zörgen te maken. Wat
kriege wi’j at ter gin ene veurzitter wil zun.
Dan ku’j ut wel schudden en leaft de klup niet
lang meer. Ut begint mien now al kolt te
wodden um de klungels want ik kan ze ginens
missen. Zelfs de vakansie duurt mien al völs te
lang.
Bennad van den Stikken Drei’j.
Henk Oosterink
Om de dorre zomermaanden door te komen, plaats ik af en toe "iets uit de oude doos". Hier een column van Joost Pöpping uit de beginjaren van deze eeuw.
Pöppenspiel
Gedreven? Nee, dat was hij zeker niet. De wekelijkse gang naar de schaakclub was eerder een ritueel geworden. Een avond om lekker te ontspannen. Nadenken hoefde hij niet echt. De gewoontes (of waren het eigenaardigheden) van zijn clubgenoten kende hij als zijn broekzak. Aan het bord verwachtte niemand hoogstandjes van hem. Iets waarvan hij zich maar al te bewust was. Zijn hoogtij dagen -zo die er al geweest waren- liggen ver achter hem. Soms gaan zijn gedachte nog terug naar de beginperiode op de club. Overwinningen op de toenmalige clubkampioen Hans Rexwinkel en zelfs op Bennie Roelofs. Het zettenverloop weet hij niet meer, maar wel ziet hij de verbaasde blik van de overwonnenen nog voor zich. "His finest moment". Jaren heeft hij erop geteerd.
Tegenwoordig moet hij het doen met een enkele zege, vele halfjes en nog meer nullen. Het deert hem niet. "Lekker gespeeld, toch verloren." De ander was beter. Hij heeft zich erbij neergelegd.
Maar toch... Diep in hem gloort nog de hoop op die ene, alles goedmakende overwinning op de nieuwe helden van de club. Wat zou zijn geheel verantwoorde dameoffer Joost van Winsen of Raymond van Gessel verrassen. Hij zou genieten van het ongeloof in hun ogen, het wanhopige zoeken naar een weerlegging en dan de tandenknarsende erkenning van zijn genialiteit. Hij zou acuut de club verlaten en zich in een hutje op de heide terug trekken. Maar goed dat het altijd een utopie blijft. Hij kan zijn cluppie niet missen.