À la recherche de l'ouverture perdue
Henk Oosterink
Om 18.00 uur klok ik uit op mijn werk en fiets van Zelhem terug naar Doetinchem. Bij station De Huet fiets ik de denkbeeldige grens tussen de wijken De Huet en Dichteren over, net voordat ik rechts afsla, zie ik hem lopen. Een man van middelbare leeftijd, nog goed in het haar, maar wel al licht grijzend. Hij loopt stilletjes over het trottoir, zijn blik gericht op de tegels. Het is onmiskenbaar Joost. Ik sla rechts af richting mijn appartement.
Daar aangekomen besluit ik om toch maar met een bochtje terug te rijden, ik ben benieuwd of Joost nog iets leuks heeft te melden. Als ik hem aanspreek, kijkt hij verschrikt op. Hij liep te dromen, bij het over steken, was hij bijna geschept. De automobiliste had hem nog vermanend toe gesproken. De reden van zijn verstrooidheid wordt al snel duidelijk, hij blijkt een opening met zwart "kwijt te zijn". Met dit wonderwapen had hij dit jaar willen scoren. Hij had het van You Tube gehaald, dat wist hij nog wel. Maar wat was dat nou ook alweer voor opening? Hij wist het niet meer. En de school was ook al weer begonnen, dat kwam er ook nog bij. Die leerlingen sporen niet, zoals ondergetekende al eerder die dag had ondervonden.
Er wordt nog even over het komende jaar gebabbeld en over het 15 jarig bestaan van de club, volgend jaar. We bespreken nog even een oud plannetje om dat jubileum op gepaste wijze te vieren. Daarna vertrek ik naar huis en ga iets te eten halen. Joost loopt zwijgend door, op zoek naar de verloren opening. Marcel Proust zou het hem niet na kunnen doen.